Als een meisje van Egon Schiele – een portret

Je had – net als ik – een hekel aan je haar, dat weerbarstig is en nooit krult zoals je wilt. Toen je achttien was knipte je het af, en sindsdien draag je het heel kort. De herenkapper in het dorp houdt het voor je bij. Later knoopte je felgekleurde doeken om je hoofd, en daar ben je nooit meer mee opgehouden. Geregeld word je aangesproken door vreemden, ook nu nog, die vragen of ze je mogen fotograferen. Ik stel me voor dat het zo begonnen is in Zandvoort. Met de lange jongen op zijn brommer, een slungelig type met een lach in zijn ogen. Hij was daar op vakantie met een vriend, en maakte dat jij je geboorteland verliet om elders te gaan wonen. In een wit huis in een klein dorp, aan het einde van de straat aan de rand van een veld.

In een oude bus door het overbekende landschap rijden. De glooiende heuvels, en met madeliefjes bespikkelde lente-groene weides, waar de nieuw aangelegde weg doorheen kronkelt. Eerder was het een andere weg, maar het landschap is onveranderd gebleven. De knoestige fruitbomen, kort en gedrongen als een oude man. De appels die ze dragen zijn zó zuur – die kun je niet eten, daarvan wordt cider gemaakt.
We rijden naar je toe, want jij woont daar in het witte huis. Je lichaam is ouder, je huid dun, maar je geest is onverminderd krachtig. In je oren hangt een sieraad dat bijna op je schouder rust; je kocht het lang geleden, toen je terug was in Amsterdam. De hanger is een kompas dat bedoeïenen gebruikten, een punt gevat in zilver; een groene steen die naar beneden wijst. En er hangen petticoats in je klerenkast, wel drie verschillende. Wanneer je die draagt zie je eruit als een meisje op een schilderij van Egon Schiele.
Buiten in de zon eten we taart van wit servies met zilver bestek. Grote stukken kuchen die we meenamen van een goede bakker; met rabarber en maanzaad, dat zo lekker knispert tussen je tanden. Koffiedrinken en te veel eten; het is een beetje feest, want wanneer zien we elkaar nog?

Het huis is als een museum, met vrijwel lege kamers. Je hebt je spullen weggedaan – de herinneringen bewaar je in je hart. Eén stoel staat er nog en een tafel, met een schaaltje uit Japan; het is gemaakt van klei uit de rivier. In een van de kamers, waar vroeger de kinderen sliepen, ligt een kleine stapel boeken op een tafel. Dat is wat er is overgebleven van jouw uitgebreide verzameling. Want jij schrijft je eigen verhaal; jij bent het belangrijkste boek in jouw bibliotheek.

En wanneer ik weer thuis ben, komt een oudere dame in de boekwinkel waar ik werk. Het haar helemaal wit, een grote rode bril op haar neus. Over stijl – zo heet het boek dat zij zoekt. Een boek met foto’s van goed geklede mannen en vrouwen, ze werden spontaan op straat geportretteerd. Dan stel ik me voor dat jij er ook in staat, je zat op de rand van de fontein, een fotograaf sprak je aan. Terwijl ik het roze pakpapier om het boek vouw ben ik nog even daar; ik zie jouw silhouet voor het raam in de lege witte ruimte.

3 gedachten over “Als een meisje van Egon Schiele – een portret”

Plaats een reactie