De hallucinerende stroom is groen

De hallucinerende stroom is groen
– een ode aan Friederike Mayröcker

Op dit moment zijn gedachten zo helder als de maan die zo helder en rond en volmaakt boven de huizen staat. De kerkklok slaat zes en in de verte rijdt een trein, goederencontainers gaan bonkend over het spoor. Een hap van een cracker met sinaasappelmarmelade, adem in wolkjes, een koffiekop die dampt. En ze schrijft zinnen in het groene boekje dat ze altijd bij zich draagt. Heldere gedachten waarin nog flarden uit de nacht weerklinken.

Het gaat over ruimte vinden aan de randen van de dag. En hoe groen alles is. Het omslag van een bundel, de inkt waarmee ze schrijft of een fluorescerend groene trouwjurk die in een koffer onder het bed is opgeborgen en nooit meer tevoorschijn komt. Hoe met knijpers de beelden vast te zetten vast te houden. De losse papiertjes ze liggen verspreid door het huis, de woorden de zinnen de halve verhalen die in groene inkt werden geschreven.

Want schrijven is geen schilderen, dat weet ze allang. Dat de woorden zich aan de binnenkant van haar oogleden vormen als ze haar ogen sluit, als de trein voortdendert door de nacht, en het is niet stil in de stiltecoupe, maar de woorden als ze haar ogen sluit, ze later in het groene cahier neer te schrijven – ze weet dat het op zolder ligt en op haar wacht.

Warme tranen als thee in de ochtend als de overtuiging mist. Wat levert dit op? Koffie – drink meer koffie! Hou vast hou vol ga door! En ze durft de laptop niet open te klappen, ze is bang dat het dan is verdwenen. Aan tafel zitten met het lege vel, de groene bundel, dan voelt ze dat de dichter tot haar spreekt.

Dan gaat het over de hallucinerende stroom en hoe daarin te geraken. Terwijl boven iemand aan het stofzuigen is en heel hard Dua Lipa zingt. De hallucinerende stroom – waarom is het hier nooit stil?

Ruimte zoeken aan de randen van de dag. Nog vroeger opstaan als zelfs de kerkklok nog zwijgt. Zoveel vrouwen zijn haar voorgegaan. Hoe dan met knijpers de beelden, erin komen en erbij blijven tot het stopt. Dan wordt het stil vanbinnen en zo helder als de maan die zo groot en rond boven de huizen staat.

Haar taal is niet de jouwe, haar beelden evenmin. Nat wasgoed en knijpers voor poppenkleertjes, al wordt er al lang niet meer met poppen gespeeld. Maar de hallucinerende stroom, de losse briefjes, de woorden, de zinnen, de halve verhalen – zo deed zij het ook.

Plaats een reactie