Hoe je wakker werd van de regen, het was heel vroeg, maar wel al licht. Bij het opstaan rook het heerlijk. Je las een boek van een vrouw die een obsessie opvatte voor de kleur blauw, dat leverde korte onnavolgbare fragmenten op. Evengoed kreeg het boek een cultstatus. En er was de bundel met het groene omslag. Verhalen van een Duitse schrijfster over het alledaagse, sowieso een geweldig literair thema. Haar verhalen zijn erg goed, je leest ze langzaam.
Buiten groeit de druif met een overdadige hoeveelheid groen blad; de jonge takken reiken als lange armen over het plaatsje. De lucht is zo zacht dat je het nauwelijks voelt op je huid. En de dagen duren eindeloos.
Hoe je later de stad uit fietst, je gaat langs het water, zonder jas, je rok wappert in de wind om je blote benen. De bermen zijn heel groen en het Johanneskruid bloeit met kleine gele bloemetjes. De lucht is nog zwaar van al het water, zodra de zon schijnt is het heet en begint de bodem te dampen. Je trapt stevig en gaat steeds sneller, je bent onderweg naar de tuin om rabarber te oogsten. Onderwijl denk je aan blauwe boeken of groene boeken. En welke kleur heeft jouw boek eigenlijk? Zo rood als de stelen van de rabarber waar je jam van gaat maken?
En hoe je ten slotte de meisjes naar het station brengt, wanneer ze gaan logeren bij oma. Je fietst achter ze aan, met de zware rode weekendtas achterop. Zij gaan vooruit, met z’n tweeën op éen fiets. Vervaarlijk slingeren ze met lange armen en benen. Jij koopt de kaartjes en dan is er plots haast. Ze schieten door de poortjes, de tas op wieltjes achter zich aan, en weg zijn ze. Je staat daar en kijkt ze na, zij kijken niet om.
In de avond ga je naar bed, het is dan nog licht. Hoe de dingen onmerkbaar steeds verschuiven. Door de dag heen, door het jaar, de jaren. Een verdieping lager zijn de bedden leeg, het huis is stil, je ligt alleen. De Zanger komt straks, je valt in slaap.
In de super toch even gezocht naar rabarberjam
LikeLike