Een net zijn van onzichtbare draden

De ochtend van zijn vertrek is er onweer. Felle flitsen zetten de duistere kamer in het licht. Je kruipt heel dicht tegen hem aan, zoekt de beschutting van zijn warme grote lijf als hij zegt dat hij gauw terugkomt. En dat je het wel redt, alleen met de meisjes. Maar wanneer hij de straat uitfietst, en je hem uitzwaait vanonder een grote paraplu, dan weet je dat er geen zinnen verzameld zullen worden, en dat de gedachtes en daden alleen van praktisch nut zullen zijn.

Je weet dat hij aan de andere kant van het land weken aaneen zijn noten zal oefenen, zijn teksten zal leren, zijn stem zal scholen. Terwijl jij thuis het vangnet vormt en de dagen zich snel zullen vullen. De eerste schooldag op een nieuwe school. Hoe maak je die zware tas achterop goed vast? Zwaai je haar nog uit of niet? De nieuwe lessen, de nieuwe vriendinnen – alles is even opwindend, ze is zo moe aan het eind van de week.
En het andere kind moet plotseling huilen, in de avond zijn de dingen erger. Je sliep al bijna, maar zij kwam nog naar boven. Het enige dat je kunt doen is haar over het gezicht aaien steeds opnieuw en fluisteren dat alles in de ochtend lichter is – dat het goed komt, dat het overgaat. Ze valt naast je in slaap, je hoort haar adem dieper worden totdat ze verdwijnt, maar zelf verdwijn je niet, je blijft alert.

Zolang hij weg is slaap je weinig. In het donker opstaan en naar het water fietsen voor de school begint. In je nachthemd over het schelpenpaadje, een vest over een lijf dat ruikt naar slaap. Je staat met je voeten in het natte zand aan de waterkant en ziet hoe de zon het duin overkruipt. En dan voel je de andere vrouwen naast en achter je staan. De moeder, de tante, het nichtje en heel in de verte de oma – en je vraagt je af: hoe hebben zij dit alles gedaan?

Het huis wordt vies, er valt een pak spliterwten op de grond, het plastic splijt open en de keukenvloer ligt bezaaid met groene bolletjes – steeds maar vloeren die bezaaid liggen, en er ontkiemt helemaal niets. In de groezelige keuken heeft een spin zijn onderkomen gevonden. De roerloze aanwezigheid hangt in haar fragiele web voor het raam. Een net zijn van onzichtbare draden, te zorgen voor de meisjes, voor alles wat hier nodig is.

En weken later komt hij eindelijk thuis; een stralend gezicht, een bos bloemen in zijn hand. Even denk je dat ze speciaal voor jou zijn gekocht. Maar direct daarna herken je het opgemaakte boeketje, het soort waarvan je zo gruwt. Na afloop gekregen, de laatste voorstelling in Maastricht.
Speciaal voor deze rol had hij zijn baard laten staan, hij ziet er verwilderd uit – de lange treinreis, het is al laat. Teruggekomen als een soldaat uit de Grote Oorlog. Toen het zo lang duurde; dat de mannen onherkenbaar waren geworden. Het leven van de vrouwen thuis – de moeders, de tantes de nichtjes en de oma’s – was doorgegaan. Een nieuwe vorm met nieuwe routines was ontstaan. En zo is het nu ook: met zijn thuiskomst wordt er iets doorbroken.

Je herkent hem wel, dat spreekt voor zich, maar je voelt het niet, het is de boosheid die het overneemt. Je bent razend als je hem ziet. Je grijpt de bloemen in felle kleuren en smijt ze in hun plastic verpakking in de vuilnisbak. De tranen kun je niet verbergen en zijn lichaam is als van een vreemde, je slaapt in het logeerbed die nacht.

En in de ochtend fiets je weer naar het water, opnieuw voel je de andere vrouwen om je heen. En dan weet je: zij hebben dit gedaan, jij kunt het ook.

5 gedachten over “Een net zijn van onzichtbare draden”

  1. Lieve Ilja,

    Ik zit een weekje alleen op Texel en heb de rust om met het ontbijt je verhaal te lezen. Het raakt me! Natuurlijk ook omdat ik huis en kinderen even achter me heb gelaten en daar enorm van geniet. Je schept mooie beelden en een fijn droevige stemming.

    Ik hoop dat thuis mijn vrouw een veilig web gespannen heeft.

    Liefs Menno

    Like

  2. Hallo Ilja, daarstraks in de boekwinkel kreeg ik het adres van jouw website op een briefje, want de kaartjes waren op. Dit verhaal vind ik heel erg mooi, triest en verlangend tegelijk en het doet me denken aan Virginia Woolf over wie ik net een voorstelling zag.

    Like

Geef een reactie op Menno Reactie annuleren