In dit huis worden dingen gemaakt

Je kunt zeggen dat het in een handomdraai klaar is, en dat is ook zo. Evengoed is het toch een klusje, zoals in feite alles in de keuken wat je zelf maakt. Maar ze doet het graag, en deze zaterdagochtend had ze er zin in om iets lekkers voor het ontbijt te verzorgen. Het schemert nog, er hangt damp boven het koude water, het is fris. De zinnen komen in flarden, zij schrijft ze haastig op losse papiertjes.
Het aanrecht is schoon en opgeruimd, met alle spulletjes op hun plek; een prachtige pompoen glimlacht haar oranje tegemoet. Citroen raspen, het sap over de plakjes appel gieten zodat ze niet bruinen, de noten even kort roosteren vóór je ze door de havervlokken roert. Op het laatst de specerijen toevoegen; kardemom, kaneel en gember geven het geheel haar volle herfstige smaak. Ze schuift de braadslee in de oven en dekt de tafel.

Het jongste kind studeert piano in de leskamer. Ze speelt nummer vier van de cd; muziek van de film waarbij de moeder in slaap viel. Dit is het deeltje dat het meest bekend is, afgezaagd zo je wilt – maar wanneer haar kind het speelt, word ze er opnieuw door geraakt. Zij oefent eerst alleen de linkerhand, later komt rechts erbij. Mam, het gaat steeds beter, maar het is wel moeilijk hoor, met twee handen! Ze was begonnen met viool, en dat ging ook heel snel, maar de lessen waren te schools, te veel volgens het boekje, waar zij juist zo speels is. Dat had de juf niet in de gaten, of zij kon het niet anders. Na anderhalf jaar was ze gestopt. Nu speelt ze piano, en zij hoeven haar nooit aan te sporen, studeren gaat vanzelf, ze vliegt door alle boekjes. Van haar leraar mag zij zelf liedjes aandragen, en stukjes componeren. En ze oefent uit een etudeboek met heel ingewikkelde vingeroefeningen. Je hebt niet meteen resultaat, maar na een tijdje gaat het warempel opeens een stukje beter. Het vraagt iets om dat te bereiken.

En de Zanger laat haar een opname horen, een stukje van de repetitie voor de opera. Toen zij hem twintig jaar geleden leerde kennen was hij popmuzikant, en liep hij op blote voeten in een Afrikaanse jurk met een gitaar op zijn rug. Hij had toen nog groen haar. Nu is hij twintig kilo lichter, en gaat in de avond met de trein naar zijn repetities. Daar oefenden ze de finale van de eerste akte; voor het eerst met orkest en de hoge sopraan die de tegenstem zingt. Die melodie kent de moeder inmiddels heel goed. Afgelopen zomer zong hij dagelijks uren lang; in het eenzame huis in het hoge noorden. Nu drukt hij haar tegen zich aan, wanneer de opname van zijn Iphone door de keuken klinkt. Zijn krachtige bas, met een ongekende warmte in de laagte, voelt zij in haar lichaam.

Het ontbijt is klaar, ze haalt de hete schaal met geroosterde appel en havermout uit de oven, en iedereen schuift aan. In dit huis worden dingen gemaakt. Stug doorwerken, er zit niets anders op, dan nader je langzaam de stip op de horizon.

Storm

De eerste dag van de kalender-herfst viel samen met de overgang naar koeler weer. Overdag is het nog zomers zonnig, maar aan de uiteinden is een ander jaargetijde begonnen. Er moesten jassen aan; er werd een extra deken op het bed gelegd. De gebruinde bladeren van de druif knisperen in de wind, en vallen nauwelijks hoorbaar op de stenen bij de achterdeur.

En zij is steeds heel boos, hoe het komt weet niemand, maar zij wil mensen slaan, en stampend door de ruimte gaan. Dat de ochtend telkens sneller wegtikt, en dat zij dan kranten leest in plaats van boeken; ze liggen als een waaier om haar stoel verzameld, het worden er steeds meer. Dat de volle maan haar hormonaal ontregelt; ze bloedt al bijna vier weken, er lijkt geen einde aan te komen. Dat de katten de plantenbakken op het terras bevuilen. Geregeld stormt ze uitzinnig naar boven om de beesten – die het in feite ook niet kunnen helpen – krijsend te verjagen. Dat er getoeterd word op de snelweg, wanneer zij voor het eerst weer rijdt; de klap resoneert nog steeds in haar lijf. En dat iemand niet luistert naar haar verhaal, niet werkelijk – verdriet en boosheid liggen dan dicht bij elkaar.

Op de radio werd een documentaire besproken, daarna huilde zij stilletjes vanbinnen, Het ging over de gedupeerde ouders, ook zoiets. Het nieuws, al het nieuws, kan zij nu niet verdragen. Het is te veel, er is zo weinig hoop. De beelden. Van mannen in nette pakken, die elkaar lachend met de ellebogen aanstoten. Zij beloven van alles, maar er lijkt niets te gebeuren. Wat nu écht belangrijk is verandert niet. Een campagne is aangepast, minder vlees eten werd eruit gehaald omdat het gevoelig ligt. Kom niet aan mijn gehaktbal. Woest wordt ze ervan.

Door de deur van de leskamer dwarrelt Ide were de keuken in; de melancholische melodie van het liedje doet haar stilvallen. De zanger geeft achter die deur onverstoorbaar zijn lessen – waar hij liever zou zingen, maar hij klaagt nooit. Hoe hij twintig jaar geleden in zijn witte Afrikaanse jurk en op blote voeten, haar leven binnen wandelde. En er sinds die tijd even onverstoorbaar voor zorgt dat zij haar kalmte hervindt. Zodat zij in de avond het jongste kind kan voorlezen uit De kleine Prins, en daarna met de oudste een stamboom van de familie uitschrijft, dat moest voor Engels. Het is dan al donker, de ramen aan de overkant werpen hun gele licht naar buiten, het kind is heel moe. En de moeder stelt haar kind gerust, zodat ze goed kan slapen.

September

Iemand vroeg wat zij hierna ging doen. Ze vertelde dat ze soep ging koken, ze had pompoen gekocht op de markt. Soep voor de verjaardag van het jongste kind. De eerste pompoensoep van het jaar, daar werd ze blij van. Hoewel ze geregeld twijfelde over haar bestemming, wist ze één ding al heel lang zeker, dat ze dát het liefste deed.
En daags nadien fluistert hij het in haar oor. Hij zegt: ik weet dat jij doet wat nodig is, voor jou, voor iedereen. De dingen die zinvoller zijn dan geld verdienen. Waar zij onzeker is, houdt hij haar in de vroege ochtend vast. De hemel boven de huizen aan de overkant kleurt langzaam roze.

Het oudste kind fietst sinds kort de andere kant op. De tas is inderdaad loodzwaar, maar ze heeft een kluisje, dat scheelt. Het zat eerst te hoog, ze kon er niet bij; toen heeft ze een ander kluisje geregeld. Voor het jongste kind ben je nog een baken. Zij gaat nu ook alleen, je wacht op de stoep voor het huis tot zij de hoek om is gefietst; je zwaait haar vanuit de verte na.

En zoveel dingen. Er ligt gras op de vloer, onder de eettafel in de kamer. Havermout kleeft aan de rode kommen van het ontbijt. Een groene Adidas tas met een vergeten dopper slingert rond. De was. Altijd de was.
En ’s middags bij de thee een spelletje, dan liggen jullie samen op het vloerkleed in de voorkamer. Luisteren naar een cd van een film die je ooit zag, die toen een hit was; jij viel halverwege in slaap, omdat je te veel rode wijn had gedronken; je herinnert je niets van het verhaal.

Zoveel dingen. Boeken inkopen. In een grote, kale hal. Buiten is het ongenadig warm; de zon brandt op het asfalt, maar dat merkt niemand. De vrouwen die in de boekhandel werken. Nieuwe mooie zinnen. Net zoals je zelf in de vroege ochtend zinnen schrijft, en onderzoekt of de beelden die je bij je draagt vruchtbaar blijken. Vergeleken daarmee is boeken inkopen van anderen gemakkelijk: het is duidelijk en concreet. En je wordt hiervoor betaald, dat scheelt ook.

De naderende herfst brengt een zekere tristesse met zich mee. Ook zo’n cliché, maar het is gewoon zo. In de middag lig je diagonaal op het gebloemde dekbed. In de boekenhal kreeg je het nieuwste boek van de Ierse schrijfster. Haar eerste boek schreef zij in drie maanden, met haar tweede brak ze werkelijk door, en nu is zij een superster. Een suite van Rachmaninov voor cello en piano klinkt zachtjes op de radio. Zo treft de jongste dochter haar moeder aan; ze is in slaap gevallen. Haar blauwe zomerjurk is omhoog gekropen over haar blote bovenbenen. Een sliertje speeksel is achtergebleven op het kussen. Gaan we zwemmen mam?

Zoveel dingen. Je eigen koers blijven volgen; de tijd nemen voor wat je wilt doen. Boeken lezen en soep koken, dat is feitelijk waar het over gaat.