Het bleef bij woorden

Het bleef bij losse woorden dit keer, de zinnen verstopten zich. Zij voelt zich ontoereikend, geïntimideerd door anderen, die het wel lukt hele bladzijden te produceren. Pagina’s tekst, gevat in een glimmend omslag; de boeken liggen in stapels in de boekhandel. Mensen wachten geduldig in lange rijen, terwijl zij de cadeaus feestelijk inpakt in rood met gouden papier. Haar handen doen gedachteloos het werk, ze kan het met haar ogen dicht, het wordt heel mooi. Het zijn specifieke wensen, die wel of net niet op tijd in de winkel zijn, of zij raadt iets aan, er moet toch iets in de zak.
En thuis bruisen de meisjes van de ideeën en bereikt de opwinding een hoogtepunt – er is geen ruimte over. Haar gedachten worden in beslag genomen door wat aan wie te geven; wanneer het te kopen. Ze naait een speldenkussen voor het oudste kind. De stof heeft ze al maanden in huis, ze viel voor de felle kleuren en het grafische patroon. Samen met een doosje spelden met gekleurde knoppen en vier klosjes garen is dit een fijn cadeau. Ze bakt muffins waarin ze woorden verstopt. Vier woorden in cakejes met peperkoeksmaak, ze worden heerlijk het hele huis geurt ernaar. Welke woorden en voor wie, dat is tot het laatst een verrassing. En ze breekt zich het hoofd wat voor hém, de Zanger nog te kopen, en hoe daar nog een gedicht bij te schrijven.

De behoefte aan warmte en behaaglijkheid groeit met de dag. Zij fietst nog gauw even naar de winkel voor een stuk kaas, en verbaast zich erover dat midden op de dag de auto’s hun lichten aanhebben. Het blijft de hele dag donker, en het regent onophoudelijk. Soep trekken, lichtjes aansteken, iets warms te drinken en lekkers op tafel – daar gaat het nu om. De zinnen komen later weer. Vertrouwen op het geheimzinnige procédé: hoe ideeën en beelden hun weg naar buiten vinden en in zinnen op papier belanden.

De dag erna heeft het gesneeuwd; de eerste sneeuw van het jaar. De sensatie bij de aanblik van het dunne witte laagje op de daken aan de overkant is nergens mee te vergelijken. En de hemel strekt zich boven haar uit in alle diepdonkere wijdsheid. De sterren en de kleine maan laten zich eindelijk, al is het maar voor even, zien. Dit alles zorgt voor de helderheid die nodig is. En als ze beneden komt is het aanrecht opgeruimd en de tafel leeg, al het veel kleurige papier dat in slordige proppen op het vloerkleed lag is opgeruimd. Ze steekt een kaars aan en gaat zitten, ze pakt haar blauwe potlood. Later is de sneeuw gesmolten, maar dat geeft niet: iets van de lichtheid van de vroege ochtend, en de kinderlijke verrukking die zij heeft ervaren draagt ze de rest van de dag met zich mee.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: