Oranje soep, een wit tafelkleed en een gele doos

Het oudste kind maakte voor Aardrijkskunde een interview, het moest gaan over de cultuur van een ander land, wat er anders is dan hier. Zij had een gesprekje met een jonge operazangeres uit Hong Kong. Nadien merkte het kind op: er is daar helemaal geen cultuur, het gaat alleen maar om zo hard mogelijk werken, dat doet iedereen. Vroeger was Hong Kong een vissersdorp, en nu een metropool. De mensen wonen heel dicht op elkaar in hoge flats, en verder is er niets. Geen cultuur, en geen rituelen die houvast bieden.

Hieraan denk ik op de dag voor Kerst. Er branden lichtjes in de boom die feestelijk versierd is; kerstballads klinken uit de radio en de kinderen spelen Risk met een vriendinnetje. Ik kocht bittere sinaasappels op de markt, die zijn hier maar kort verkrijgbaar; elk jaar ben ik verheugd als ik ze zie. De truc is de vruchten zó lang te laten koken dat de schil helemaal zacht wordt, en je het vruchtvlees er gemakkelijk met een lepel uit kunt scheppen. De schillen vervolgens in reepjes snijden is een fijn meditatief klusje voor deze dag. Zijn de schillen eenmaal kleingesneden, dan doe je ze met de suiker opnieuw in de pan en kookt ze tot het gaat geleren, en dan kun je de hete oranje soep in de schoongekookte potten gieten.

Na het ontbijt op de tweede kerstdag haal ik het tafellaken af om in de wasmachine te doen. In plaats van de stoffen kleedjes die we de rest van het jaar onder onze borden leggen bij wijze van placemats, gebruiken we met Kerst dit witte kleed. Een van de rituelen die het kerstfeest omringen is het strijken van dit kleed aan de vooravond. Het is in een bepaald patroon geweven dat ze damast noemen, maar het is gewoon van katoen. Sommige spullen neem je van huis mee, andere schaf je zelf aan, en niet altijd op de meest prozaïsche plekken, dit kleed kocht ik jaren geleden bij Albert Heijn. Voor ik het bij elkaar vouw om naar boven te brengen, sprenkel ik bleekmiddel op de vlekken; sporen in rood en geel en bruin die twee kerstdiners erop achterlieten. Die gaan er in de was niet zomaar uit.

En op de eerste dag van het nieuwe jaar, word ik wakker op een boot. De nacht was uitbundig zoals deze nachten horen te zijn. Met buiten een klein vuurtje; champagne en met zalm gevulde eieren. En toen het illegale vuurwerk de lucht in werd geschoten, en toen we met elkaar in verrukking naar alle kleuren boven het water hadden gekeken, toen dansten we zoals we alleen hier en nu konden dansen. Met puberkinderen die verbaasd toekeken vanaf de petrol-kleurige bank met veel kussens, en dat kon ons niet schelen, want wij wilden dit: schaamteloos het jaar uitdansen, het nieuwe jaar tegemoet. En ook hier word ik ’s ochtends heel vroeg wakker, met een hoofd nog wazig van de drank. In de blauwe schemering kan ik de slaap niet meer vatten en denk aan mijn eigen rituelen in alle vroegte telkens weer, en aan doorgaan wat ik ben begonnen.

In de middag gaan we met de bus naar huis. Iedereen is moe, we staren slaperig uit het raam. Eenmaal thuis nestelt het jongste kind zich op onze eigen bank; die roze is en oud, en die in het midden doorzakt. En ik ga doen wat ik het liefst doe op deze dag: de boom ontmantelen – die heeft nu alle glans verloren. Nog een keer laat ik de spulletjes door mijn handen gaan, het zijn stuk voor stuk fragiele figuurtjes die ik zorgvuldig in vloeipapier verpak. De piek is van zilvergekleurd glas in een klassieke vorm. Ik kocht hem bij de Bijenkorf, toen de meisjes nog klein waren; het was vlak voor Sinterklaas, en het warenhuis was feestelijk opgetuigd – zij keken hun ogen uit. De rood-wit gestreepte zuurstokken bracht een oppas mee, ze zitten in plastic en kunnen nog jaren mee. Eén klein klokje, van heel dun doorschijnend glas hangt aan een zilveren draad aan de onderste tak, dat is van vroeger, van de kerstboom thuis. En de kleine glazen pegels, in roze, geel en groen, kregen we opgestuurd na de geboorte van het oudste kind; er werd toen een pakket uit Duitsland bezorgd, dat kwam van mijn tante uit het Zwarte Woud. Elk voorwerp vertelt zijn eigen verhaal; oude verhalen, en de verhalen die nog komen. Er hoeft geen verband te zijn, maar samen vormen ze een geheel. Ik stop alles in de gele kartonnen doos met het handschrift van mijn tante erop, en breng die naar zolder.

Eén gedachte over “Oranje soep, een wit tafelkleed en een gele doos”

  1. Een ochtend voor de zes Januari. De dag, op die ik traditioneel de kerst boom onthul van zijn schatten.
    Vanochtend is er alleen maar regen,die vrolijk op het garagen dak trommelt. De kinderen slapen nog en Heiko en ik hadden een uurtje samen voordat hij naar zijn werk ging.
    Hij kwam uit de badkamer,toen ik zei: het nieuwe verhaal van Ilja! Iedere keer ben ik een beetje bij haar op bezoek!
    Ziels verbonden. Zei Heiko.
    Zó bijzonder, Ilja!
    ❤️

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: